Dwalen door donker en licht
We staan klaar voor vertrek voor een weekend winterkamperen. In de rugzakken zitten grote hoeveelheden dons en wol. Heb je al naar buiten gekeken, vraagt Claar. Poeh, het regent wel heel hard. Eerst nog maar een kop koffie. Het valt niet mee om ons warme huis te verlaten op deze frisse winterdag. Van de week leek het nog zo’n goed plan om op Mini Expeditie te gaan. Nu moeten we eerst moed verzamelen. We weten: weer of geen weer, buiten worden we meestal vrolijk.
Roze en oranje
En onze moed wordt beloond. Onderweg in de trein trekt de regen weg en gaat zelfs de zon schijnen. We lopen door het bos. Vroeg is het niet meer. Op een open heidevlakte kleurt de lucht roze en oranje. In een paar laatste zonnestralen eten we een zak chips leeg. Hongerklop zullen we niet krijgen… Voor de zekerheid pak ik mijn hoofdlamp vast bij de hand.
Griezelige schaduwen
Het bos wordt steeds donkerder. In de schemer zoeken we naar de juiste paadjes. Als we in Austerlitz aankomen is het echt donker. Gelukkig zijn we hier eerder geweest. Toen was het beredruk tijdens een warm zomerweekend. Nu is het terrein verlaten. De wind waait door het koude bos. We dwalen tussen de grote bomen. Mijn hoofdlamp schijnt door het struikgewas en maakt griezelige schaduwen. Waar is het toilethok ook alweer? Dan schijn ik op een muurtje. Ah kijk, hier is de deur.
Kamperen in de kou
Bij het licht van toilethok kook ik op de stoep een pannetje spaghetti. De rest van de familie zet ondertussen de tent op. Het is pikdonker, de tent vormt een lichtbolletje in het donkere bos. Met mijn warme pannetje duik ik bij de rest in de tent. Alledrie wurmen we ons met kleren en al in een slaapzak. Een dampend bakje op schoot. Er gaat toch niets boven de warmte van je slaapzak, met een koude neus erboven uit!
Witte tent
De volgende ochtend is het gras stijf bevroren. Ook de de buitentent is wit en stijf. In ons donspaleisje is het gelukkig heerlijk warm. Mmm, ik heb zin in koffie. Claar is dapper genoeg om buiten te klooien. Het gasje heeft er moeite mee vandaag en wij ook. Weer moeten we moed verzamelen. Met een warme kop koffie zien we vanuit ons bed de wereld groter worden.
Stralende zon
Het bos is ‘s ochtends, na een koude nacht, misschien wel op zijn mooist. De eerste zon schijnt tussen de bomen door. Voor we het weten is de wereld warm. De zon straalt. We huppelen door het hoge gras. Na zo’n donkere koude nacht in het bos, lijkt de dag nog stralender. Niet veel later zitten we op een heideveld te zweten in het zonnetje.
Dit artikel verscheen in Buitenspoor 2021-1
Informatie
De route
We zijn met de trein naar Driebergen-Zeist gegaan en daar gestart met wandelen. De volgende dag zijn we na een stuk wandelen vanaf Amersfoort met de trein naar huis gegaan.
Overnachten
We sliepen op kampeerterrein Austerlitz. Dit is een kampeerterrein van de NTKC. Het ligt vlakbij Austerlitz, maar toch ook midden in het bos en het kamperen voelt hier bijna als wildkamperen. Er is een eenvoudig toilethok en een vuurplaats. Om te kamperen op een NTKC terrein moet je lid zijn, meer informatie over het terrein en het lidmaatschap vind je hier.